In mei 1993 besliste een groep leerkrachten met een achtergrond in de steinerpedagogie in samenspraak en -werking met een oudergroep wiens kinderen geen plaats vonden in de Antwerpse steinerschool Hibernia om op 1 september van datzelfde jaar een nieuwe school te starten. Ze werden daarbij gesteund door verschillende Antwerpse basis steinerscholen die sinds enkele jaren de nood voelden aan een uitbreiding van de capaciteit van het aanbod secundair onderwijs vanuit de steinerpedagogie.
Aanvankelijk startte de Es als onafhankelijke school, niet-erkend en niet-gesubsidieerd, nadat pogingen om te starten onder de koepel van enerzijds Hibernia, anderzijds Middelbare Steinerschool Vlaanderen (MSV) mislukt waren. Daarmee werden zij de vijfde middelbare Steinerschool in Vlaanderen, naast Hibernia en de drie toenmalige vestigingen van MSV Lier, Gent en Leuven. Een jaar later lukte het wel om opgenomen te worden in MSV, zodat de subsidiering van de school voor de dan verdere toekomst gegarandeerd kon worden.
Om ook de leerlingen die tijdens het schooljaar ’93-’94 geen plaats vonden in een middelbare steinerschool te kunnen verwelkomen, startte de school meteen met een zevende klas, geleid door Herman Meyvis én achtste klas, geleid door Karen Voets. De Es werd hierbij gesteund door de lagere scholen van Wilrijk, Brasschaat en Turnhout, maar de uitbouw van de school kon enkel waargemaakt worden dankzij het pionierswerk van de toenmalige leerkrachten, beleid en volledige oudergroep. Zo werkten de leerkrachten de eerste twee schooljaren op volledig vrijwillige basis, met vrijstelling van stempelcontrole, bestond het toenmalige bestuur uit niet minder dan 10 ouders die bijna wekelijks vergaderden, en werd ook van alle andere ouders een pioniers-inspanning gevraagd.
Al snel groeide de school, en na een schooljaar werd het nog maar pas betrokken gebouw op de hoek van de Charlottalei te klein. In ’94 verhuisde de school dan ook naar de Grote Steenweg in Berchem. Ook op deze locatie barstte de school na nog een schooljaar opnieuw uit haar voegen. Door het ontstaan van schoolgemeenschappen in Vlaanderen (en de fusie van middelbare scholen die daaruit volgde), kwamen een aantal schoolgebouwen leeg te staan. Zo kwam De Es in ’95 uit bij het gebouw in de Diksmuidelaan, een oud schoolgebouw dat sinds een jaar of vijf leegstond. Met de hulp van de ouders werd dit gebouw gerenoveerd naar de onmiddellijke noden van de school. Later werd, opnieuw met hulp van ouders, de zolder verbouwd om de extra klassen een plaats te geven.
Ondertussen ontstond ook de werkgroep School voor de Toekomst, een groep van leerkrachten en ouders die samen nadachten over de pedagogische visie die de school zou kenmerken. Zo werd beslist tot de oprichting van een schoolcircus, een vrijblijvende maar pedagogisch gemotiveerde ex-curriculaire activiteit, de inrichting van de ateliers, waarin leerlingen meedraaien in een professionele omgeving ter ondersteuning van de school, de inrichting van de kunstzinnige en ambachtelijke vakken in middagperiodes, en de Schoolvergadering, waar ouders en leerkrachten tweemaal per jaar nadachten over het beleid van de school, als belangrijkste beslissingsorgaan binnen de school. Deze school had immers veel te danken aan de ouders die haar vanaf het prille begin had gedragen en helpen uit te bouwen.
In 1996 kon De Es overgaan tot de aankoop van het schoolgebouw. Tegelijkertijd werd de derde graad opgericht. Het jaar daarop zwaaiden de eerste twaalfdeklassers af, de school was, na jaren van pionierswerk, volledig.
(Wordt vervolgd)