De leerlingenraad is een belangrijk orgaan in de school. Het geeft leerlingen de kans om mee te ijveren voor hun school; geeft een plaats aan gevoelens van ontevredenheid en ideeën voor verbetering van de werking van de school. Het geeft de leerlingen de kans om zich deel te voelen van een gemeenschap, en te participeren in een democratische structuur. Het geeft hen inzicht in de besluitvorming en de processen die daaraan voorafgaan. Bovendien leert het hen nieuwe samenwerkingsverbanden, vergadertechnieken, diplomatie, argumentatie en vooral veel geduld.
We streven ernaar om de leerlingenraad als een quasi-onafhankelijk orgaan te laten functioneren, waarbij de gemandateerde leerkrachten slechts als bemiddelaar optreden. Daartoe is het wenselijk om de leerlingenraad (hiërarchisch) te structureren, middels een voorzitten en een ondervoorzitter. Leerlingen uit de derde graad komen in eerste instantie in aanmerking voor dit (onder-) voorzitterschap. Eventueel kan de ondervoorzitter uit een lager jaar komen om ‘de kneepjes van het vak te leren’. Deze voorzitter is het aanspreekpunt voor de Pedagogisch Gevolmachtigde en de betrokken leerkrachten. Aan haar of hem kunnen agendapunten worden voorgelegd en kan informatie ingewonnen worden. De onder- en voorzitter organiseren ook de vergaderingen: zij leggen het moment van vergadering vast en nodigen de andere leerlingen van de leerlingenraad uit om deel te nemen. Indien wenselijk, vragen zij ook andere partijen (de gemandateerde leerkrachten in eerste instantie, maar ook bijvoorbeeld de Pedagogisch Gevolmachtigde of een betrokken vakleerkracht) tijdig om aanwezig te zijn.